De Vlaamse regeringsverklaring heeft veel reacties losgemaakt bij onze leden. De ‘hit’ was zonder twijfel het plan dat men heeft voor de levensbeschouwelijke vakken, maar ook andere punten in de regeringsverklaring hebben onze leden beroerd.
Heel wat reacties komen op hetzelfde neer, dus beperken we hieronder tot een bloemlezing uit al de reacties die we hebben ontvangen (en nog steeds ontvangen). Ze bewijzen dat onze mensen niet alleen met hun vakanties en hun pensioen bezig zijn, maar dat ze nog meer begaan zijn met hun vak en hun leerlingen en cursisten.
- De invoering van een starttoets kan wellicht bijdragen aan een betere kwaliteit van nieuwe leerkrachten, maar het risico dat dit het lerarentekort verder vergroot is groot.
- Vanuit het hoger onderwijs kan ik bevestigen dat het niveau van afgestudeerden stelselmatig omlaag gaat. De ‘kwaliteitszorg’ in het hoger onderwijs draait om de vorm en de papieren, maar niet over de inhoud. Nog nooit werden mijn cursussen onderworpen aan een inhoudelijke ‘evaluatie’. Zolang het hoger onderwijs een uitstroomfinanciering heeft en hogescholen elkaar dood concurreren voor de zieltjes, gaat dat niet verbeteren.
- Gezonde maaltijden op school. Voor een deel van de leerlingen in het kleuter en lager een must.
- ‘We bevestigen expliciet dat scholen veel verder kunnen gaan dan de minimumdoelen.’
Ben ik pessimistisch als ik hier vooral ‘leve segregatie’ lees? Waarom is het idee van de domeinscholen niet doorgebroken? Dat zou pas elke leerling verrijken en versterken, vervreemding tegengaan. - Heel luid roepen dat de lat hoger moet, zal er niet toe leiden dat jongeren en kinderen plots wel goed gehuisvest zijn, genoeg slapen, gezond zijn, geschoolde ouders hebben, dat trauma’s of leerstoornissen plots verdwijnen. Ja, er zijn meer leerstoornissen, en niet toevallig komen die met heel wat andere problematieken samen in mijn geliefde B-stroom. Wijst dat op overdiagnosticering? Of kan het liggen aan heel andere factoren als bv. milieuvervuiling of maatschappelijke en zelfs medische ontwikkelingen (vroeggeboortes?). Ik ben helemaal pro inclusief onderwijs, mijn school brengt dat elke dag in de praktijk, zonder extra middelen, zonder omkadering, met overwerkte leerlingbegeleiders en CLB-collega’s, met leerondersteuners die hun versplinterde uurtjes en wisselende kwaliteiten verdelen over scholen en hoofden. Inclusief onderwijs: serieus? Misschien moet de lat daar gewoon wat hoger..
- Wel positief is dat de ontwikkeling richting sterretjes en duimpjes pedagogie even afgeremd kan worden. Ik zou in de toekomst niet graag bij een huisarts of specialist terechtkomen die volledig zonder exacte parameters geëvalueerd is geweest. Feedback veroorzaakt een enorme planlast en is niet altijd een vervanging van punten, eerder aanvulling.
- Elke leraar is een leraar Nederlands. Dit stond vroeger al in de basiscompetenties van de leerkracht en is op zich een goede zaak maar hoever wil men hierin gaan?
- Als leerkracht niet-confessionele zedenleer stel ik me veel vragen bij de beslissing om levensbeschouwing op school volledig te vervangen door interlevensbeschouwelijke competities. Hoe kun je een goed gesprek voeren over verschillende overtuigingen als je geen ruimte hebt om eerst te leren over je eigen levenswandel?
- Middelen – zowel financieel als personeel – moeten terechtkomen op de klasvloer bij leerlingen en leraren.
Dan mogen ze alvast de borstel in het hoger onderwijs zetten. Wij hebben nog nooit zoveel ATP-personeel gehad. Mijn hogeschool spendeert veel geld aan ‘managers’ en ondersteunende diensten, die vooral niet ondersteunen maar extra werk creëren. - Om een school te leiden is een pedagogisch diploma niet langer noodzakelijk….. Misschien kan dit in een directieteam waarbij er een manager is én iemand met ervaring in het lesgeven. Als dat echter om één directeur gaat, is dat problematisch: wie nooit voor de klas heeft gestaan, weet echt niet wat er op de werkvloer gebeurt en kan dit ook moeilijk beoordelen. Dit leidt tot vele frustraties bij het onderwijzend personeel.’
- Afschaffing van pedagogische studiedagen vind ik goed. In onze school was dit niet nuttig en veroorzaakt veel verloren lestijd en als ouder van schoolgaande jeugd geeft dit telkens organisatorische problemen.
- Ik mag (misschien) in 2025 met pensioen. De overheid heeft in mijn loopbaan zowat al zijn beloftes verbroken – verlofstelsels werden afgeschaft, pensioenberekening aangepast, aanval op de perequatie van de pensioenen, vrijgeven van de prestatieregeling en verlofregeling (in het hoger onderwijs) aan de directies, verhoging van de planlast, afschaffen van studiejaren in bepaling pensioen etc. En er ligt nog veel onder vuur.
Als men het onderwijs aantrekkelijk wil maken, dan moet dat in eerste instantie door de financiële aantrekkelijkheid te verhogen. In tweede instantie door een aantrekkelijk statuut.
Mijn keuze voor het onderwijs was toevallig, ik moest een jaar wachten op legerdienst. Dan kreeg ik de smaak te pakken. Als ingenieur was er keuze genoeg in de privé. Alle voordelen en nadelen afgewogen ben ik in het onderwijs gebleven.
In het onderwijs werden de voordelen stelselmatig afgebouwd, in de privé stelselmatig opgevoerd. Na 40 jaar kom ik er echt niet zo goed meer uit. Mijn wettelijk pensioen – uitgestelde verloning en een van de aantrekkelijke aspecten van het ambtenaren statuut – wordt steeds meer onder vuur genomen. Het inkomen van een leerkracht is meer en meer het tweede inkomen, i.p.v. een basisfinanciering van een gezin. Ik ben namelijk de enige kostwinner voor mijn gezin.
Maar ook mijn onafhankelijkheid (en dus het vertrouwen in mij) wordt steeds meer in vraag gesteld. Een politieman is een beëdigd persoon. Je kan zijn vaststellingen niet in twijfel trekken. Die van een leerkracht, en zelfs een jury, een examencommissie of volledige klassenraad wel…..
Als je als leerkracht niet langer ‘baas in eigen les/klas’ bent, dan haak je af, kijk maar naar de uitstroom van beginnende leerkrachten. Als je directie aan centen denkt i.p.v. het respect voor de leerkracht (en dus ook voor de school) dan haak je af. - Planlast verminderen, dat horen we al twintig jaar, maar die vermeerdert alleen maar. Dat is ook logisch, want voor elke beslissing moet je een waslijst aan documenten invullen en bijhouden. Idem dito voor leerlingen met extra noden en die zijn tegenwoordig heel erg dik gezaaid. En nog eens idem dito voor alles wat met de zorg te maken heeft. Alles moet je kunnen aantonen/bewijzen en dan liefst op papier én digitaal, tot de sociale vaardigheden toe.
- Ik ben tegen rol die het clb moet innemen, namelijk discreet meldingen doen om mensen hun geld af te nemen – ouders gaan niet meer met clb willen samenwerken – scholen kunnen het clb onder druk zetten om meldingen te doen