De onderwijsinspectie heeft recent het rapport ‘Verkennende onderzoeken in het DKO’ bekendgemaakt. Tijdens de coronacrisis werden in het DKO (Deeltijds Kunstonderwijs) verkennende onderzoeken georganiseerd met een focus op het onderwijskundig beleid en de kwaliteitszorg in niet-stabiele contexten. Voor dat laatste zorgden de coronacrisis en de implementatie van een niveaudecreet. De onderzoeken hadden namelijk plaats tijdens de periode oktober 2020 – december 2021.
Het niveaudecreet DKO biedt aan de onderwijswerkgevers een grote mate van autonomie. Er moet meer ingezet worden op competentiegericht onderwijs en de academies krijgen meer verantwoordelijkheid om deeltijds kunstonderwijs kwaliteitsvol te organiseren. Hierdoor staat het DKO tot een uitdaging. Bijkomende uitdaging was de noodzaak tot een plotse omschakeling en aanpassing omwille van de coronacrisis. Hierop kon men zich niet voorbereiden.
Het verkennend onderzoek concludeert dat de academies op het vlak van visie en strategisch beleid meestal een duidelijk beeld hebben over de wijze waarop ze kunstonderwijs kwaliteitsvol willen organiseren. De duidelijke strategische doelen om het beeld dat het beleid voor ogen heeft, tastbaar in de organisatie te zien, ontbreken echter vaak. Nieuwe onderwijsdoelen vinden geleidelijk ingang.
Inspraak biedt meer slaagkansen
ACOD Onderwijs merkt in het academieveld dat de visies meestal wel onder de beleids(mede)werkers in de academie gedragen zijn, maar niet of onvoldoende door de personeelsleden. Zij worden als uitvoerders meer geconfronteerd worden met een missie die van top tot basis tot stand komt, terwijl die volgens ons via inspraak vanuit de basis zou moeten ontwikkeld worden. Inspraak biedt meer slaagkansen om een zichtbaar uitgedragen visie te creëren. En laat creativiteit nu één van de troeven zijn in het kunstonderwijs.
Uit het verkennend onderzoek komt duidelijk de betrokkenheid van al het personeel bij de leerling naar voor, omdat blijkt dat academies zeer veel aandacht schenken aan leerlingenbegeleiding. Een toenemend aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften schrijft zich in in het deeltijds kunstonderwijs. Dat stelt sommige academies sterk op de proef, omdat de specifieke expertise en omkadering hiervoor ontoereikend is. De draagkracht van een academie komt hiermee in gevaar.
ACOD Onderwijs eist dat de beleidsmakers meer mogelijkheden, tijd en ruimte voor professionalisering van het personeel creëren. De grootste uitdagingen ligt immers op het vlak van professionalisering. Dat is ook te lezen in het verkennend rapport. Volgens de onderwijsinspectie liggen die uitdagingen van professionalisering bij het implementeren van bepaalde kerncompetenties zoals individuele gedrevenheid tonen, creëren, drang tot innoveren en onderzoeken. Academies krijgen het advies om de aanwezige expertise binnen het team beter in kaart te brengen en efficiënter in te zetten.
Samenhang in beleid versterken
Tijdens de coronacrisis hebben de meeste academies geëxperimenteerd met overwegend digitale vormen van afstandsonderwijs, maar ook met thuisopdrachten, geluidsopnames, eigen beeldopnames van exposities,… aanvankelijk om contact te houden met de leerling, maar gaandeweg ook om tot een nieuwe doelgerichte vorm van artistiek leren te komen.
Het rapport geeft verder ook aan dat naast het doelmatiger inzetten van hun datagebruik om gerichter te evalueren, de academies best ook de samenhang in hun beleid versterken. Een voorbeeld hiervan zijn afspraken over evaluatiefiches. Deze zijn pas zinvol als alle betrokkenen, van ouder en leerling tot leraar en jury, een duidelijk zicht hebben op de onderwijsdoelen en de wijze van formuleren (scherp en doelgericht). Cyclische evaluatie lijkt volgens de onderwijsinspectie één van de grootste en belangrijkste uitdagingen voor academies.
Je kan het rapport hier inkijken.
Jean-Luc Barbery adjunct-algemeen secretaris Wil je de auteur contacteren? Stuur hem dan een e-mail. |