School- en centrumbesturen (secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en centra voor volwassenenonderwijs) hadden al de mogelijkheid om een deel van hun lesuren om te zetten in krediet om een voordrachtgever aan te stellen. Deze maatregel wordt tijdelijk versoepeld en uitgebreid naar het basisonderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs. De voordrachtgever wordt voortaan gastleraar genoemd.
Het school- of centrumbestuur onderhandelt in het lokaal comité over het aandeel van de lestijden of -uren dat ze wil omzetten in krediet. Er gelden steeds enkele beperkingen:
- Basisonderwijs: maximaal 1/3 van een voltijdse lesopdracht
- Secundair onderwijs: maximaal 1/3 van een voltijdse opdracht in betrokken structuuronderdeel (secundair onderwijs) of opleidingsvorm (buitengewoon secundair onderwijs)
- Centrum voor Deeltijds Onderwijs: maximaal 20 procent van het lesurenpakket
- Deeltijds kunstonderwijs, centrum voor volwassenenonderwijs en BE: maximum wordt bepaald in lokaal comité.
De gastleraar in het basisonderwijs wordt aangesteld voor een specifiek leergebied waarin hij expertise heeft.
De gastleraar moet van onberispelijk gedrag zijn en de onderwijstaal beheersen op niveau C1. Hij wordt in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst of met een contract van huur van diensten. In dat laatste geval is er geen gezagsrelatie tussen het school- of centrumbestuur en de gastleraar. Het ministerie van Onderwijs betaalt het krediet aan het school- of centrumbestuur.
ACOD Onderwijs protesteert tegen deze maatregel. Expertise in een bepaald gebied volstaat niet om voor de klas te staan, een lesgever moet ook over een (pedagogisch) diploma beschikken. Lesgeven is veel meer dan kennis bezitten. Het is ook onaanvaardbaar dat een bestuur gastleraars kan aanstellen zonder dat het moet aantonen dat er een lerarentekort is en dat een leerkracht die statutair kan worden aangesteld, geen voorrang heeft op een gastleraar. Bovendien wordt de invulling van de opdracht van de gastleraar vastgelegd in overleg met het bestuur. Het is dus niet uitgesloten dat hij wordt vrijgesteld van sommige taken die bij het lesgeven horen (toezichten, vervangingen,…) waardoor de werkdruk voor de statutaire lesgevers verder zal toenemen.
Het is ons niet duidelijk hoe de minister de waardering voor het lerarenambt wil verhogen met maatregelen die eerder de devaluatie ervan in de hand werken. Wij zien hier duidelijk een stap in de richting van de privatisering van het onderwijs.
Heb je vragen of opmerkingen? Contacteer de auteur, Nancy Libert.