Vanaf 1 september heeft ieder personeelslid in het niet-hoger onderwijs en in de hogescholen jaarlijks recht op vijf dagen zorgverlof.
Men kan dit verlof – Afwezigheid voor Verminderde Prestaties voor zorgdoeleinden – nemen om persoonlijke zorg of steun te bieden aan een gezinslid of een familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.
Onder gezinslid verstaat men elke persoon die samenwoont met het personeelslid, met familielid wordt bedoeld de persoon met wie men gehuwd is of wettelijk samenwoont en de bloedverwanten tot de eerste graad (ouders, kinderen).
Een ernstige medische reden is een gezondheidstoestand, al dan niet het gevolg van een ziekte of medische ingreep, waarbij er behoefte is aan aanzienlijke zorg of steun. Deze zorg of steun kunnen sociaal, familiaal of emotioneel zijn. Men moet hiervoor geen bewijsstukken – bijvoorbeeld een doktersbriefje – voorleggen.
Omdat het de bedoeling is dat men dit nieuwe verlofstelsel flexibel kan opnemen, wordt het beschouwd als een vorm van Afwezigheid voor Verminderde Prestaties (AVP).
Ieder personeelslid heeft momenteel recht op 60 maanden AVP gedurende zijn volledige loopbaan. Deze nieuwe vorm van AVP staat echter los van dit contingent van 60 maanden. Men kan ieder jaar vijf dagen AVP voor Zorgdoeleinden nemen, zonder dat dit invloed heeft op het saldo van de ‘gewone’ AVP. Omgekeerd: als men zijn 60 maanden AVP al genoten heeft, kan men nog steeds ieder jaar vijf dagen AVP voor Zorgdoeleinden nemen.
Heb je vragen of opmerkingen? Contacteer de auteur, Marc Borremans.