De Vlaamse regering heeft in haar regeerakkoord aangekondigd dat ze de lerarenopleiding wil hervormen. In de conceptnota worden de eerste contouren duidelijk van de manier waarop de minister van onderwijs dit wil aanpakken. Op een aantal punten is de conceptnota zeer duidelijk, op andere is ze nog erg vaag. Dit is enigszins normaal, maar maakt het ons soms moeilijk om duidelijke standpunten in te nemen. Wij zullen ons in dit artikel beperken tot het beschrijven van een aantal voorstellen.
Momenteel wordt de lerarenopleiding door drie actoren aangeboden: de hogescholen, het volwassenonderwijs en de universiteiten. De geïntegreerde lerarenopleiding wordt georganiseerd door de hogescholen. Het gaat om de ‘bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijzer’, de ‘bachelor in het onderwijs : onderwijzer’ en de ‘bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs’. Verder is er de specifieke lerarenopleiding (SLO), aangeboden door de centra voor volwassenonderwijs (CVO), de hogescholen (School of Arts) en de universiteiten.
De hervorming heeft vier doelstellingen:
- Strategieën ontwikkelen voor een brede en kwaliteitsvolle instroom.
- De inhoud van de lerarenopleiding versterken en actualiseren.
- Maatregelen nemen die de versnippering van het aanbod tegengaan en de samenwerking tussen aanbieders versterken.
- De weg van de opleiding naar de uitoefening van het beroep van leraar faciliteren.
In een meer inleidend en beschouwend gedeelte wordt het belang van de leraar en daaruit voortvloeiend de lerarenopleiding aangehaald. Belangrijk is dat men de opleiding van de leraar op ieder niveau steeds opvat als tweeledig. Enerzijds is de leraar domeinexpert, een deskundige in de te onderwijzen materie. Anderzijds is de hij ook expert in het leraarschap; dit wordt gerealiseerd door het ontwikkelen van de didactische vaardigheden.
De Vlaamse regering wil een versterkte instroom – zie doelstelling 1 – realiseren door een verplichte, niet-bindende toelatingsproef te organiseren. Ze situeert de lerarenopleiding op bachelor- en masterniveau.
Naast de bestaande bacheloropleidingen komt een educatieve masteropleiding voor de leraar secundair onderwijs. Voor beide niveaus zullen de hogescholen en de universiteiten moeten voorzien in twee traject, een voor generatiestudenten en een voor zij-instromers (zie doelstelling 2).
Om de de versnippering van het aanbod tegen te gaan en de samenwerking tussen de aanbieders te versterken – zie doelstelling 3 – te realiseren wenst men in te grijpen in de huidige verdeling van de onderwijsbevoegdheden. De CVO verliezen vanaf 1 september 2019 de bevoegdheid om de SLO te organiseren. Deze transitie zal gepaard gaan met overgangsmaatregelen voor het personeel onder meer met een tijdelijke benoemingsstop. Van de hogescholen en universiteiten wordt verwacht dat zij het fijnmazig aanbod van de CVO op een of andere manier bestendigen.
Verder spreekt de nota nog over een Vlaanderenbreed, netoverschrijdend stageregistratiesysteem.
Over doelstelling 4 vinden we niet veel terug in deze nota.
Dat over deze conceptnota nog heel wat discussie moet gevoerd worden, is duidelijk. In de nota zelf verwijst men trouwens verschillende hete hangijzers door naar werkgroepen of verder onderzoek. Een van deze vragen is, of er nood is aan een masteropleiding voor leerkrachten basisonderwijs?
Je kan de volledige Conceptnota Lerarenopleiding hier lezen.
Wil je reageren op dit artikel? Stuur een e-mail naar Raf De Weerdt.