Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) startte het schooljaar met een nieuwe visienota op onderwijs, de GO! Poolstervisie 2030. Een eerste maanlanding is nog niet in zicht, maar de vernieuwende kijk op leren en de organisatorische aspecten die het leren in en buiten de school moeten faciliteren, hebben ons doen besluiten die visie kritisch van dichtbij te bekijken.
Laten we hiermee starten: het is nooit verkeerd om na te denken over de school van de toekomst. Voor de Raad en de nieuwe afgevaardigd bestuurder van het GO! ziet die toekomst er echter helemaal anders uit dan de school vandaag. Hun school van de toekomst is de ankerplek waar de leerlingen en leerkrachten elkaar vinden (gelukkig maar), maar waar – in hun visie – een aantal zaken ook op een andere plaats of op een ander tijdstip dan de gebruikelijke schooltijd moet kunnen gebeuren. Daarom moeten leerkrachten coach worden om leerlingen in hun eigen leerproces begeleiden.
‘Euh?’ was de spontane bedenking. Gebeurt dit nu niet? Begeleiden en coachen de leerkrachten hun leerlingen nu niet? En hoe moeten we ‘in hun eigen leerproces’ dan wel begrijpen?
We probeerden verder te lezen om verduidelijkingen te vinden. Concreet wil het GO! werk maken van een nieuwe kijk op het leren dat vertrekt vanuit een gepersonaliseerd traject. Ze spelen daarbij in op de verschillen tussen leerlingen en elke leerling kan het traject volgen dat het beste inspeelt op zijn leernoden… Daarbij zijn er een aantal momenten waar men in groepsverband leert en dan komt de coachende leerkracht in de kijker.
Om het nieuwe gepersonaliseerd leren te realiseren wil het GO! het onderwijssysteem grondig herzien, zowel naar ruimte – anders kun je de poolster niet plaatsen – als naar tijd. Dat kan enerzijds gebeuren door meer samen te werken met andere onderwijsniveaus (deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs,…) en anderzijds door de schooldag van een leerling anders in te richten. Het komt eigenlijk hier op neer dat de leerling zijn eigen schooldag plant. Wenst de leerling te starten met studie of een les naar keuze, een gesprek met een leerkracht, dan moet de organisatie daar flexibel mee omgaan zodat het maximaal mogelijk wordt. De dag rustig beginnen moet ook kunnen, langer in een studieruimte blijven na de schooltijd ook….
Vanuit het oogpunt van de leerling zeg ik: ‘Zat ik al maar in die toekomst, 40 jaar jonger, student en iedere dag rustig beginnen want ik ben geen ochtendmens… Verleidelijk’.
Vanuit het oogpunt van de leerkracht: ‘Welke rol speel ik daarin, met mijn werkweek van gemiddeld 45 uur en mijn niet afgebakende opdracht? Hoe gaat dit georganiseerd worden?’ Niet alle leerkrachten zijn stroef, gelukkig maar. Niet alle leerkrachten zijn honkvast, ook gelukkig maar. Het is echter duidelijk dat het pedagogische gedachtegoed van de toekomst niet voor iedereen weggelegd is, niet voor ieder personeelslid, maar ook niet voor alle leerlingen, want voldoende kennis van het eigen kunnen, zelfstandigheid en de vaardigheden om zelf te plannen zijn niet bij iedere leerling aanwezig…. Met dat laatste kom ik terecht bij doelstellingen, want we verwachten wel dat een leerling dat op een bepaald moment kan. Bovendien heb je verschillende profielen van leerkrachten nodig om in deze visie een realistisch onderwijssysteem te verwezenlijken. Alleen mag je dan in je verhaal de leraar niet vergeten, wat hier wel gebeurt.
We aarzelen dan ook niet om te schrijven dat dit op termijn nefast is voor de zwakkere leerling. Zelf hebben we het gevoel dat doel en middel door elkaar gehaald worden, zowel tijdens het lezen van de visietekst als tijdens de eerste en enige toelichting die we bijwoonden. Het zelfreguleren is het doel en niet het middel. Het doel zal op verschillende manieren en met variatie in werkvormen bereikt moeten worden. Gepersonaliseerd leren maakt de verschillen tussen leerlingen groter, dat is in Nederland al vastgesteld door de onderwijsinspectie. Sterke leerlingen komen nog sterker uit dit gepersonaliseerd leren, zwakkere leerlingen komen niet vooruit. En als we de literatuur en bevindingen in het buitenland erbij halen, dan werd er nergens een beter onderwijssysteem, laat staan een hogere onderwijskwaliteit bereikt met een visie gebaseerd alleen op gepersonaliseerd leren en gepersonaliseerd samenwerken.
Als er bij de leerling geen voorkennis aanwezig is, dan ben je niets met een coachende leraar. Het is essentieel dat de leerling de basiskennis krijgt van een gedreven (vak)leerkracht en tijd krijgt om zich die basiskennis eigen te maken vooraleer de stuwkracht van de coachende leraar bovengehaald wordt. Het in eigen handen nemen – lees leerlingen zelf hun leertraject laten bepalen – gebeurt best vanaf de leeftijd van zestien.
De mens raakt nu nog niet verder dan de maan en in 2030 zal men al helemaal niet in staat zijn om de poolster te bereiken. Het is nu al zeker dat de toekomstraket van het GO! wel gelanceerd is, maar dat ze in 2030 toch ergens op de aarde zal landen… Misschien was een maanvisie beter geweest, met meer realisme, vertrekkend vanop de aarde en met een luisterend oor voor hen die echt ervoor zorgen dat de leerling een mooie eigen toekomst kan waarmaken : de leerkracht. Het zou fijn zijn om voor een keer ook eens naar hen te luisteren. Het zal de stuwkracht van de raket alleen maar sterker maken.
Je kan je de volledige Poolstervisie hier lezen. Vragen stel je best aan de afgevaardigd bestuurder van het GO! die we hierbij alle succes toewensen. Afspraak in 2030.
Jean-Luc Barbery adjunct-algemeen secretaris Wil je de auteur contacteren? Stuur hem dan een e-mail. |