Hoe verloopt de organisatie van de noodopvang?
Basisonderwijs
Tijdens de bijkomende week kerstvakantie (20-24 december) staan ouders zo veel mogelijk zelf in voor de opvang van hun kind thuis, om op die manier de viruscirculatie te reduceren.
Voor sommige kinderen is er echter nog steeds noodopvang nodig, bv. wanneer beide ouders een essentieel beroep uitoefenen. Daarom wordt in die week noodopvang voorzien.
Wat is de procedure?
- Breng als school zo snel mogelijk de opvangnoden van je eigen leerlingen in kaart.
- Stel je een nood aan opvang vast, dan vindt er overleg plaats tussen het lokale onderwijsveld, de lokale besturen en de buitenschoolse opvang om de noodopvang te organiseren. Ook de welzijnssector, de cultuur-, jeugdwerk- en sportwerkinitiatieven en het vrijwilligerswerk kunnen worden betrokken. Scholen en onderwijspersoneel kunnen, zoals in het verleden, vrijwillig meewerken aan de organisatie. Maak voldoende afspraken.
Voor wie is er noodopvang?
- Kinderen van ouders die beiden in cruciale beroepen en essentiële diensten werken (zorg, politie, kinderopvang, voedingssector …)
- Kinderen van kwetsbare ouders, ouders met een precaire arbeidssituatie of kinderen in een verontrustende thuissituatie.
- Leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, met een alleenstaande ouder …
- Leerlingen met individuele vragen. Niet elke ouder vindt een oplossing in het (in)formele netwerk.
- Zieke leerlingen en leerlingen in quarantaine kunnen niet worden opgevangen.
Internaten
- Enkel de internaten met permanente openstelling (IPO) vangen hun gewone internen dag en nacht op. Ze kunnen ook uitzonderlijke opvang voorzien voor kwetsbare jongeren die niet bij hen zijn ingeschreven.
- Onderwijsinternaten, MPIGO en tehuizen zijn niet actief, maar kunnen vrijwillig ingaan op de vraag om uitzonderlijk kwetsbare jongeren op te vangen.
Dit bericht komt uit Schooldirect – nieuwsbrief voor directeurs en vertolkt niet per se de mening van ACOD Onderwijs. We publiceren het enkel om onze leden zo volledig mogelijk te informeren.