Bij de begrotingsopmaak 2013 besliste de Vlaamse Regering dat de onderwijssector 82 miljoen euro moest besparen. Een raamakkoord tussen de Vlaamse Regering en de vakbonden zorgde ervoor dat deze besparing voor 2014 en 2015 gerealiseerd werd zonder koopkrachtverlies voor de personeelsleden. Hiervoor werd het vakantiegeld van het vast benoemd en tot de proeftijd toegelaten personeel verminderd en werd tegelijkertijd hun eindejaarstoelage met eenzelfde bedrag verhoogd. Deze maatregel wordt dit jaar voor de laatste keer toegepast. Vanaf volgend jaar wordt het vakantiegeld terug op 92% gebracht voor iedereen, de aanpassing van de eindejaarstoelage valt dan ook weg.
Berekening voor tijdelijken
Net als in de voorbije jaren zal dus de berekeningsbasis voor je vakantiegeld afhankelijk zijn van je statutaire toestand. Als je in 2019 diensten hebt gepresteerd als tijdelijke, dan bedraagt je vakantiegeld dit jaar 92 % van je brutosalaris van maart 2020.
Berekening voor vastbenoemden
Heb je in 2019 uitsluitend diensten gepresteerd als vastbenoemd of tot de proeftijd toegelaten personeelslid, dan bedraagt je vakantiegeld dit jaar 70,26% van je brutosalaris van maart 2020. Bij de eindejaarstoelage 2020 ontvang je dan het verschil tussen 92 % en 70,26%, nog vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,0368 ter compensatie van de verschuldigde werkgeversbijdrage verzekering geneeskundige zorgen (VGZ).
Enkele voorbeelden (telkens gehuwd tweeverdiener zonder kinderen ten laste)
Een tijdelijk kleuteronderwijzer met een geldelijke anciënniteit van 5 jaar en 3 maanden op 1 maart 2020 heeft gedurende het hele referentiejaar 2019 voltijds gewerkt.
- Geïndexeerd maandsalaris van maart 2020: 2907,37 euro
- Het bruto vakantiegeld (92% van dit maandsalaris) bedraagt: 2674,78 euro
- Het netto vakantiegeld bedraagt: 1.339,54 euro
Een tijdelijk leraar SO (bachelor) met een geldelijke anciënniteit van 3 jaar op 1 maart 2020 heeft tijdens het hele referentiejaar 2019 deeltijds gewerkt (14/21).
- Geïndexeerd maandsalaris van maart 2020: 2772,00 euro
- Het bruto vakantiegeld (92% van 14/21 van dit maandsalaris) bedraagt: 1.783,19 euro
- Het netto vakantiegeld bedraagt: 986,81 euro
Een vastbenoemd onderwijzer met een geldelijke anciënniteit van 5 jaar en 7 maanden op 1 maart 2020 heeft gedurende het hele referentiejaar 2019 voltijds gewerkt.
- Geïndexeerd maandsalaris van maart 2020: 2907,37 euro
- Het bruto vakantiegeld (70,26% van dit maandsalaris) bedraagt: 2.042,72 euro
- Het netto vakantiegeld bedraagt: 1.023,00 euro
Voor dit personeelslid zal het verschil tussen 92% en 70,26 % vermenigvuldigd worden met 1,0368 en vervolgens toegevoegd worden aan de bruto-eindejaarstoelage 2020: (2674,78 – 2.042,72) x 1,0368 = 655,32 bruto.
Een vastbenoemd leraar SO (master) met een geldelijke anciënniteit van 26 jaar en 7 maanden op 1 maart 2020 heeft gedurende het hele referentiejaar 2019 voltijds gewerkt.
- Geïndexeerd maandsalaris van maart 2020: 5.575,20 euro
- Het bruto vakantiegeld (70,26% van dit maandsalaris) bedraagt: 3.917,14 euro
- Het netto vakantiegeld bedraagt: 1.583,40 euro
- Voor dit personeelslid zal het verschil tussen 92% en 70,26 % vermenigvuldigd worden met 1,0368 en vervolgens toegevoegd worden aan de bruto-eindejaarstoelage 2020: (5129,18 – 3.917,14) x 1,0368 = 1256,65 bruto.
Nancy Libert algemeen secretaris Wil je de auteur contacteren? Stuur haar dan een e-mail. |